1. Materiële vaste activa
De samenstelling en het verloop van de vaste activa gedurende het boekjaar blijken uit de volgende overzichten.
2023 |
2022 |
|
---|---|---|
Gebouwen en terreinen |
3.195 |
3.219 |
Gasnetten |
66.729 |
67.755 |
Elektriciteitsnetten |
175.217 |
176.700 |
Overige bdrijfsmiddelen |
704 |
53 |
MaterIële vaste activa in uitvoering |
12.103 |
7.241 |
257.948 |
254.968 |
Het verloop van de boekwaarde gedurende het boekjaar is als volgt:
Bedrijfsgebouwen en terreinen |
Gas |
Elektriciteit |
Overige vaste bedrijfsmiddelen |
Materiële vaste actva in uitvoering |
Totaal |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Aanschafwaarde per 1 januari 2023 |
3.766 |
130.142 |
395.420 |
135 |
7.241 |
536.704 |
Cumulatieve afschrijvingen per 1 januari 2023 |
547 |
62.387 |
218.720 |
82 |
- |
281.736 |
Boekwaarde per 31 december 2022 |
3.219 |
67.755 |
176.700 |
53 |
7.241 |
254.968 |
Mutaties boekwaarde 2023 |
||||||
Investeringen |
15 |
- |
- |
687 |
24.069 |
24.771 |
Ingebruikname |
- |
4.793 |
14.414 |
- |
-19.207 |
- |
Desinvesteringen |
- |
- |
- |
- |
- |
- |
Afschrijvingen |
-39 |
-5.819 |
-15.897 |
-36 |
- |
-21.791 |
Boekwaarde per 31 december 2023 |
3.195 |
66.729 |
175.217 |
704 |
12.103 |
257.948 |
Aanschafwaarde per 31 december 2023 |
3.780 |
131.611 |
403.480 |
822 |
12.103 |
551.796 |
Cumulatieve afschrijvingen per 31 december 2023 |
585 |
64.882 |
228.263 |
118 |
- |
293.848 |
Boekwaarde per 31 december 2023 |
3.195 |
66.729 |
175.217 |
704 |
12.103 |
257.948 |
De gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn:
De gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn:
Bedrijfsgebouwen
10-25 jaar
Gas
3-25 jaar
Elektriciteit
3-25 jaar
Overige bedrijfsmiddelen
3-10 jaar
Met ingang van 2016 wordt de veronderstelling gehanteerd dat de materiële vaste activa die meer dan 5 jaar geleden geheel zijn afgeschreven niet meer aanwezig zijn. Als gevolg van deze aanname zijn materiële vaste activa met een aanschafwaarde en cumulatieve afschrijving van € 179 miljoen (2021: € 170 miljoen) en een boekwaarde van nihil, uit de materiële vaste activa waarde geëlimineerd.
Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
Elektriciteit
Voor elektriciteitsassets en kabels wordt een lineaire afschrijftermijn van 25 jaar gehanteerd, dit is sneller dan de afschrijvingstermijn van 50 jaar welke andere netbeheerders veelal hanteren. De afschrijftermijn houdt rekening met de dienstverlening aan de voornaamste klantgroep in het verzorgingsgebied; de glastuinbouw. De glastuinbouwsector is de voornaamste afnemer van diensten van Westland Infra en is zowel energieafnemer als energieopwekker. Het gebruik van het net kent hierdoor, anders dan in andere industriële gebieden, een relatief hoge piekbelasting. De glastuinbouw heeft in het verleden bovendien laten zien dat de energievraag zeer snel kan veranderen en hun energie gebruik snel aanpast op externe omstandigheden (bijvoorbeeld de snelle implementatie van WKK’s in de bedrijfsvoering en de aanpassingen naar aanleiding van de energiecrisis van de afgelopen 2 jaar).
Gas
Voor gasassets en leidingen wordt een lineaire afschrijftermijn van 25 jaar gehanteerd. De verwachte economische levensduur van gasassets en leidingen is onzeker, de belangrijkste onzekerheden zijn:
De vermindering van het gebruik van gas de komende jaren. Grootschalige nieuwe investeringen in het gasnet worden steeds schaarser. Het verbod op gas aansluitingen bij nieuwbouw projecten draagt bij aan deze vermindering;
Alternatief gebruik van het gasnet (bijvoorbeeld voor waterstof) wordt onderzocht
Gegeven deze onzekerheden hanteert Westland Infra ook voor gas een lineaire afschrijvingstermijn van 25 jaar. Deze termijn is in lijn met voorgaande jaren en met de verwachte uitfasering van aardgas in 2050.
Slimme Meter
Voor de slimme meter (E & G) wordt een lineaire afschrijftermijn van 10 jaar gehanteerd. Hierbij is rekening gehouden met technologische ontwikkelingen van deze asset. Door ontwikkelingen in zowel datacommunicatie en -bescherming zal de eerste generatie meters vervangen moeten worden voor een nieuwere variant. Deze vervangingen van de eerste generatie slimme meters vindt plaats na afloop van de afschrijftermijn van 10 jaar en leveren dan ook geen versnelde afschrijvingstermijn op.
2. Financiële vaste activa
Het verloop van de boekwaarde gedurende het boekjaar is als volgt:
Balans |
Nieuw |
Aflossing |
Mutatie |
Balans |
|
---|---|---|---|---|---|
Overige effecten |
4 |
- |
- |
- |
4 |
Latente belasting vordering |
3.640 |
- |
- |
(1.337) |
2.303 |
3.644 |
- |
- |
(1.337) |
2.307 |
De latente belastingvordering van € 2.303.000 (2022: € 3.640.000) heeft hoofdzakelijk betrekking op de tijdelijke verschillen tussen de fiscale en de bedrijfseconomische waardering van de distributienetwerken. De fiscale waarde van de distributienetwerken is hoger dan de bedrijfseconomische waarde doordat enerzijds de fiscale waarde meer recent is afgeleid uit de vervangingswaarde, en anderzijds fiscaal langere afschrijvingstermijnen worden gehanteerd. Daar tegenover staat dat fiscaal rekening wordt gehouden met een afschrijvingsbeperking tot een restwaarde van 100% van de WOZ waarde voor onroerend goed in eigen gebruik en voor verhuurd onroerend goed. Realisatie van de tijdelijke verschillen is afhankelijk van de ontwikkelingen in het fiscale resultaat en de regelgeving de komende 50 jaar. Vanwege de onzekerheid die hiermee samenhangt, is voor het verschil, dat naar verwachting binnen een afzienbare periode gerealiseerd kan worden, een latente belastingvordering gevormd. In de berekening is rekening gehouden met een afzienbare periode van 25 jaar, op basis van de gemiddelde looptijd van afschrijvings-verschillen fiscaal en commercieel, waarbij rekening wordt gehouden met afnemende zekerheid van de positieve resultaten.
In de waardering van de vordering is een netto rentepercentage van 1,59% ( 2022: 1,59%) gehanteerd om de verschillen contant te maken. Op basis van totale verschillen tussen de fiscale en commerciële waarde van € 119,7 miljoen bedraagt de totale nominale latente belastingvordering € 27,1 miljoen, waarvan € 12,7 miljoen aan nominale latente belastingvordering is gewaardeerd tegen een contante waarde van € 2,3 miljoen, rekening houdend met afnemende zekerheid naar de toekomst van de positieve resultaten.
Verwacht wordt dat van het totale bedrag van de latente belastingvordering een bedrag van circa € 773.000 binnen een jaar wordt gerealiseerd.
3. Vorderingen en overlopende activa
2023 |
2022 |
|
---|---|---|
Debiteuren |
12.372 |
9.765 |
Overige vorderingen en overlopende activa |
12.945 |
10.207 |
25.317 |
19.972 |
Onder de overlopende activa is in 2023 € 2,8 miljoen (2022: € 5,4 miljoen) opgenomen inzake reconciliatie vorderingen op leveranciers van meetverlies gas en netverlies elektriciteit.
Per ultimo 2023 is een bedrag van € 3,9 miljoen opgenomen als gevolg van (verwachte) nacalculaties van Autoriteit Consument en Markt welke in 2024 wordt afgewikkeld. Per ultimo 2022 is sprake van een schuldpositie uit hoofde van (verwachte) nacalculaties van Autoriteit Consument en Markt, welke is opgenomen onder de kortlopende schulden en overlopende passiva.
Deze (verwachte) nacalculaties van ACM, waaronder herrekeningen als gevolg van het gewijzigde methodebesluit 2022-2026, verrekend in toekomstige tarieven, worden alleen op balans opgenomen en in resultaat van boekjaar verwerkt als ze (betrouwbaar) te schatten zijn. Voor de nog niet in tarieven 2024 afgerekende nacalculaties net- en meetverlies, WACC en DCO is het niet mogelijk een betrouwbare schatting te maken en is hier in het resultaat 2023 geen rekening mee gehouden.
4. Liquide middelen
De liquide middelen staan ter vrije beschikking.
5. Eigen vermogen
Het verloop van het eigen vermogen gedurende het boekjaar is als volgt:
Geplaatst kapitaal |
Agioreserve |
Overige reserves |
Resultaat boekjaar |
Totaal |
|
---|---|---|---|---|---|
Stand 1 januari 2022 |
46 |
67.624 |
13.690 |
8.107 |
89.467 |
Resultaat vaststelling 2021 |
- |
- |
8.107 |
-8.107 |
- |
46 |
67.624 |
21.797 |
- |
89.467 |
|
Resultaat 2022 |
- |
- |
13.039 |
13.039 |
|
Dividend |
- |
- |
-8.107 |
- |
-8.107 |
Rechtstreekse vermogensmutaties |
- |
- |
- |
- |
- |
Totaal resultaat |
- |
- |
-8.107 |
13.039 |
4.932 |
Stand ultimo boekjaar 2022 |
46 |
67.624 |
13.690 |
13.039 |
94.399 |
Stand 1 januari 2023 |
46 |
67.624 |
13.690 |
13.039 |
94.399 |
Resultaat vaststelling 2022 |
- |
13.039 |
-13.039 |
- |
|
46 |
67.624 |
26.729 |
- |
94.399 |
|
Resultaat 2023 |
- |
- |
- |
8.981 |
8.981 |
Dividend |
- |
- |
- |
- |
- |
Rechtstreekse vermogensmutaties |
- |
- |
- |
- |
- |
Totaal resultaat |
- |
- |
- |
8.981 |
8.981 |
Stand ultimo boekjaar 2023 |
46 |
67.624 |
26.729 |
8.981 |
103.380 |
Geplaatst kapitaal
Het maatschappelijk kapitaal bedraagt € 230.000, verdeeld in 5.000 aandelen van € 46 nominaal. Het geplaatste en gestorte kapitaal bedraagt € 46.000, bestaande uit 1.000 aandelen van € 46.
Agioreserve
Dit betreft de meerwaarde van de op de aandelen ingebrachte waarde, welke vanaf 2007 niet is gewijzigd.
6. Langlopende leningen en vooruit ontvangen aansluitbijdragen
2023 |
2022 |
|
---|---|---|
Langlopende schulden |
101.000 |
97.000 |
Vooruitontvangen eenmalige aansluitbijdragen |
67.523 |
67.237 |
168.523 |
164.237 |
2023 |
2022 |
|
---|---|---|
Stand 1 januari |
97.000 |
97.000 |
Aflossingen |
(47.000) |
- |
Opname nieuwe leningen |
51.000 |
- |
Stand 31 december |
101.000 |
97.000 |
2023 |
2022 |
|
---|---|---|
Korter dan één jaar |
- |
47.000 |
Korter dan vijf jaar en langer dan één jaar |
51.000 |
- |
Langer dan vijf jaar |
50.000 |
50.000 |
Totaal |
101.000 |
97.000 |
De gemiddelde rentevoet van de leningen bedraagt 2,24%
In 2023 heeft een herfinanciering plaatsgevonden, waarbij met de bij 3 kredietinstellingen afgesloten financiering van € 51 miljoen een bestaande financiering van € 45 miljoen is afgelost. Deze herfinanciering is aangegaan voor 5 jaar tegen een gemiddelde vaste rentevoet van 3,57% en loopt tot en met 29 juni 2028. De bestaande financiering betreft een financiering van € 50 miljoen tegen een vaste rentevoet van 0,875% voor een periode van 10 jaar tot en met 29 juni 2030. Tevens is een financieringsfaciliteit afgesloten, waarbij in de periode tot en met 31 december 2024, een maximale lening op kan worden genomen van € 13 miljoen, tegen een variabel of vast rentepercentage met een opslag op de referentierente van circa 0,8 % met een looptijd naar keuze van 5, 7 of 10 jaar.
Tot en met ultimo 2023 is er nog geen lening opgenomen van deze financieringsfaciliteit.
Voor de financiering van deze € 101 miljoen en de financieringsfaciliteit van € 13 miljoen is een zekerheidsstelling afgegeven, die inhoudt dat het solvabiliteitspercentage van de geconsolideerde balans Westland Infra Netbeheer B.V. tenminste 35% bedraagt. Daarnaast dient de ICR (bedrijfsresultaat/ totaal van financiële lasten) van Westland Infra Netbeheer B.V. tenminste 1,7 te bedragen. Hierbij is overeengekomen dat ratio's worden berekend op basis van waarderingsgrondslagen waarbij de eenmalige aansluitbijdrage nog gesaldeerd werd in de materiële vaste activa.
Verder dient Westland Infra Netbeheer B.V. te voldoen aan de ratio's opgenomen in besluit financieel beheer netbeheerder.
Verder beschikken we naast de leningen en financieringsfaciliteiten over een rekening-courant-faciliteit van € 15 miljoen, waarvan de rente variabel is.
Vooruit ontvangen bijdragen
(bedragen x € 1.000) |
2023 |
2022 |
---|---|---|
Stand 1 januari |
67.237 |
67.355 |
Toevoeging in boekjaar |
5.438 |
4.982 |
Realisatie in boekjaar |
(5.152) |
(5.100) |
Stand 31 december |
67.523 |
67.237 |
Dit betreft bijdragen in de aanleg en betalingen ontvangen van klanten voor de gemaakte kosten voor de elektriciteits- en gasinfrastructuur. Deze vooruit ontvangen opbrengsten worden geamortiseerd over de verwachte levensduur van de betrokken activa.
7. Kortlopende schulden en overlopende passiva
2023 |
2022 |
|
---|---|---|
Schulden aan leveranciers |
4.527 |
1.938 |
Schulden aan groepsmaatschappijen |
4.091 |
12.393 |
Belastingen en premies |
15 |
13 |
Overige schulden |
3.917 |
2.320 |
Overlopende passiva |
1.130 |
3.584 |
13.680 |
20.248 |
Onder de overlopende passiva is een bedrag van € 0,1 miljoen (2022: € 2,2 miljoen) opgenomen als gevolg van
(verwachte) nacalculaties van Autoriteit Consument en Markt, waarvan in 2024 € nihil miljoen (2023: € 2,9 miljoen) en in 2025 € 0,1 miljoen (2024: € 0,7 miljoen negatief) wordt afgewikkeld.
De groepsverhoudingen zien toe op transacties uit reguliere bedrijfsvoering. Als gevolg hiervan wordt er over deze groepsverhoudingen geen rente berekend.
Niet in de balans opgenomen verplichtingen en activa
Fiscale eenheid
Westland Infra Netbeheer B.V. is met andere groepsmaatschappijen opgenomen in de fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting en BTW van N.V. Juva en is derhalve hoofdelijk aansprakelijk voor de vennootschapsbelasting- en BTW schulden van de eenheid.
Garantstelling
Borgstelling voor € 101.000 in verband rekening courant faciliteit en garantiestelling bij beëindiging van bedrijfsactiviteiten van EDSN. Daarnaast een af te roepen borgstelling van € 564.000 door de 3 grote regionale netbeheerder inzake de financiering van EDSN.
Inkoopverplichting meetverlies gas en netverlies elektriciteit
Voor het verwachte meetverlies gas is voor 2024 4,8 miljoen m3 de inkoopprijs vastgelegd tegen een inkoopwaarde van € 4,3 miljoen en voor 2025 voor 1,9 miljoen m3 tegen een inkoopwaarde van € 1,0 miljoen. Voor het verwachte netverlies elektriciteit is voor 2024 44GWh de inkoopprijs vastgelegd tegen een inkoopwaarde van € 7,7 miljoen en voor 2025 20 GWh tegen een inkoopwaarde van € 2.5 miljoen.
Financiële instrumenten
Algemeen
De in deze toelichting opgenomen gegevens verschaffen informatie die behulpzaam zijn bij het schatten van de omvang van risico’s die verbonden zijn aan zowel de in de balans opgenomen als de niet in de balans opgenomen financiële instrumenten.
De primaire financiële instrumenten, anders dan derivaten, dienen ter financiering van de operationele activiteiten of vloeien direct uit deze activiteiten voort. Tevens gaat de vennootschap transacties aan in derivaten, met name renteswaps, om het renterisico af te dekken dat ontstaat uit de operationele en financieringsactiviteiten van de vennootschap. Het beleid van de vennootschap is om niet te handelen in financiële instrumenten.
De belangrijkste risico’s, uit hoofde van de financiële instrumenten zijn het kredietrisico, het liquiditeitsrisico, het kasstroomrisico en het prijsrisico bestaande uit het valuta-, rente- en marktrisico.
Het beleid om deze risico’s te beperken, luidt als volgt:
Kredietrisico
Het beleid is erop gericht om aan klanten geen andere kredieten te verstrekken dan normale leverancierskredieten. Maatregelen die worden toegepast om debiteurenrisico te beperken, zijn actieve incasso en de inzet van incassobureaus. Met klanten, die verzoeken om een nieuwe aansluiting, worden betalingsschema’s overeengekomen waarbij de klant een deel van het project voorfinanciert. Verder zijn er geen belangrijke concentraties van kredietrisico.
Liquiditeitsrisico
Het risico dat toekomstige kasstromen verbonden aan een monetair financieel instrument fluctueren in omvang is minimaal, aangezien de langlopende vorderingen en schulden vastrentend zijn.
De vennootschap heeft, buiten de afgesloten leningen, een krediet- en financieringsfaciliteit tot € 28 miljoen, waarvan per ultimo 2023 nihil van is opgenomen.
Valutarisico
De financiële resultaten en kasstromen worden vrijwel geheel gerealiseerd in de eurozone waardoor deze niet onderhevig zijn aan het risico van fluctuaties wisselkoersen.
Renterisico
De langlopende leningen hebben vaste rentepercentages waardoor de rentekosten voor langere tijd vastligt, maar we het risico lopen meer of minder rentekosten te betalen dan de marktrente. Het renterisicobeleid is gericht op het beheersen van de netto financieringslasten voor fluctuaties in de marktrente. Hiertoe dekt de groep dit risico af door leningen tegen vaste rente af te sluiten dan wel interest rate swap contracten af te sluiten waarbij de groep de variabele rente ruilt voor een vaste rente bij leningen met een variabele rente.
Marktrisico
Het marktrisico is ten aanzien van het grootste gedeelte van de opbrengsten gering. De overheid reguleert via de Autoriteit Consument en Markt (ACM) de transporttarieven en daarmee het grootste gedeelte van de inkomsten.
Wel wordt een risico gelopen ten aanzien van de hoeveelheid meet- en netverliezen die afwijken van inschatting vooraf, welke worden verrekend tegen reconciliatieprijzen.
Reële waarde
De reële waarden van de in de balans en niet in de balans opgenomen financiële instrumenten luiden als volgt:
Boekwaarde |
Reële waarde |
||||
---|---|---|---|---|---|
2023 |
2022 |
2023 |
2022 |
||
Financiële activa: |
|||||
Financiële vaste activa |
2.307 |
3.644 |
2.307 |
3.644 |
|
Vorderingen |
25.317 |
19.972 |
25.317 |
19.972 |
|
Liquide middelen |
11 |
300 |
11 |
300 |
|
Financiële passiva: |
|||||
Langlopende schulden |
(168.523) |
(164.237) |
(163.024) |
(153.767) |
|
Kortlopende schulden |
(13.708) |
(20.248) |
(13.708) |
(20.248) |
De reële waarde van de financiële instrumenten is bepaald met behulp van beschikbare marktinformatie en schattingsmethoden. De volgende methoden en aannames zijn gebruikt bij de bepaling van de reële waarde van de financiële instrumenten:
Financiële vaste activa
De marktwaarde van de overige vorderingen onder de financiële vaste activa is geschat aan de hand van de contante waarde van de toekomstige kasstromen tegen de geldende marktrente. De marktwaarde van de effecten onder de financiële vaste activa is gebaseerd op de zichtbare intrinsieke netto vermogenswaarde.
Liquide middelen, vorderingen en kortlopende schulden
De waarde in het economisch verkeer van de posten in liquide middelen, vorderingen en kortlopende schulden is geschat op de boekwaarde gezien de korte looptijd van deze instrumenten.
Langlopende schulden en vooruit ontvangen bijdragen
De marktwaarde van de langlopende schulden is geschat aan de hand van de contante waarde van de toekomstige kasstromen tegen de geldende marktrente. De waarde van de vooruit ontvangen bijdragen is geschat op de boekwaarde.
Renterisico
De contractuele renteherzieningsdata of aflossingsdata indien laatstgenoemde eerder liggen en de effectieve rentevoeten van de zowel in de balans als niet in de balans opgenomen financiële instrumenten van de groep waarover renterisico wordt gelopen, luiden als volgt:
(In duizenden euro's) |
2023 |
|||||
---|---|---|---|---|---|---|
< 1 jaar |
1-5 jaar |
> 5 jaar |
Totaal |
Gewogen gemiddelde effectieve rente (%) |
||
Vaste rentevoet |
||||||
Financiële passiva: |
||||||
Kredietinstellingen |
- |
51.000 |
50.000 |
101.000 |
2,24% |
|
- |
51.000 |
50.000 |
101.000 |
|||
Variabele rentevoet |
||||||
Financiële activa: |
||||||
Bank |
11 |
- |
- |
11 |
2,96% |
(In duizenden euro's) |
2022 |
|||||
---|---|---|---|---|---|---|
< 1 jaar |
1-5 jaar |
> 5 jaar |
Totaal |
Gewogen gemiddelde effectieve rente (%) |
||
Vaste rentevoet |
||||||
Financiële passiva: |
||||||
Kredietinstellingen |
47.000 |
- |
50.000 |
97.000 |
0,98% |
|
47.000 |
- |
50.000 |
97.000 |
|||
Variabele rentevoet |
||||||
Financiële activa: |
||||||
Bank |
300 |
- |
- |
300 |
1,51% |
De effectieve rentevoet van de financiële instrumenten gegroepeerd onder variabele rentevoet wordt herzien binnen een jaar. De effectieve rentevoet van de financiële instrumenten gegroepeerd onder vaste rentevoet is vast gedurende de gehele looptijd van het instrument. De andere financiële instrumenten van de groep zijn niet in de bovenstaande tabel opgenomen, omdat ze niet rentedragend zijn en daardoor niet aan renterisico onderhevig zijn.