De statutaire regeling omtrent de winstbestemming is geregeld in artikel 31 van de statuten. Hieronder volgt de relevante bepaling.
De winst staat ter beschikking van de algemene vergadering, die het geheel of gedeeltelijk kan bestemmen tot vorming van een of meer algemene of bijzondere reservefondsen en/of ten gunste kan doen komen aan verbruikers, dan wel verbruikersactiviteiten. Uitkeringen kunnen slechts plaats vinden tot ten hoogste het uitkeerbare deel van het eigen vermogen. De uitkering van winst geschiedt na vaststelling van de jaarrekening waaruit dient te blijken dat de uitkering geoorloofd is. Besluiten omtrent de winstbestemming worden genomen met ten minste drie vierde van het aantal uitgebrachte stemmen, uitmakende meer dan de helft van het geplaatste kapitaal.